Tien jaar na de historische Overeenkomst van Parijs, gericht op de bestrijding van de klimaatverandering, ondergaat het mondiale energielandschap een aanzienlijke verandering. Hoewel de vooruitgang ongelijkmatig blijft, zijn bepaalde trends duidelijk: zonne-energie breidt zich snel uit, terwijl de rol van steenkool steeds ingewikkelder wordt.
De opkomst van zonne-energie
De meest opvallende ontwikkeling is de fenomenale groei van zonne-energie. De afgelopen drie jaar is zonne-energie wereldwijd de dominante bron van nieuwe elektriciteitsopwekking geweest. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door China, waar enorme investeringen hebben geleid tot een overvloed aan zonne-energieapparatuur – inclusief cellen, modules en aanverwante componenten. Het resulterende overaanbod heeft tot dramatische verlaging van de prijzen geleid, waardoor zonne-energie steeds competitiever wordt.
Deze trend beperkt zich niet tot China. We zien zonnepanelen geïntegreerd worden in het dagelijks leven, van appartementbalkons in Duitsland tot uitgestrekte installaties in de woestijnen van Saoedi-Arabië. Cruciaal is dat zonne- en windenergie op land nu de meest betaalbare opties zijn voor het opwekken van nieuwe elektriciteit. De impact is al zichtbaar in landen als India, waar meer dan de helft van de elektriciteitsopwekkingscapaciteit nu afkomstig is van zonne-, wind- en waterkracht. Dit vertegenwoordigt een belangrijke overwinning in de poging om de mondiale energievoorziening koolstofvrij te maken.
Het onzekere pad van steenkool
Het verhaal van steenkool is veel complexer. Hoewel het mondiale steenkoolverbruik over het algemeen afneemt, blijft de toekomst ervan precair. De dominantie van steenkool bij het aandrijven van de moderne industriële economie heeft historisch gezien hoge milieukosten met zich meegebracht, waardoor steenkool de meest vervuilende fossiele brandstof is.
In ontwikkelde landen is steenkool in verval, ook in de Verenigde Staten, ondanks eerdere pogingen om deze steenkool weer nieuw leven in te blazen. Met name Groot-Brittannië, de geboorteplaats van de industriële revolutie, sloot zijn laatste kolencentrale in 2024, een symbolisch moment dat een beslissende verschuiving naar schonere energie markeerde. In hetzelfde jaar werd meer dan de helft van de elektriciteit van het land opgewekt uit hernieuwbare bronnen.
Deze neerwaartse trend vertelt echter niet het hele verhaal. China blijft, ondanks toezeggingen om zijn economie op te schonen, in een ongekend tempo nieuwe kolencentrales bouwen. Meer dan enig ander land benadrukt de Chinese energiestrategie de aanhoudende uitdagingen bij de transitie van fossiele brandstoffen – een krachtige herinnering dat mondiale klimaatactie veelzijdige oplossingen en aanhoudende politieke wil vereist.
De uiteenlopende routes van steenkool in ontwikkelde en ontwikkelingslanden onderstrepen het ongelijke karakter van de energietransitie en de noodzaak van gerichte steun om landen te helpen hun economieën koolstofvrij te maken.
Concluderend kan worden gesteld dat het eerste decennium na de Overeenkomst van Parijs zowel bemoedigende vooruitgang als aanhoudende uitdagingen laat zien. De explosieve groei van zonne-energie vertegenwoordigt een krachtige kracht voor verandering, maar de voortdurende afhankelijkheid van steenkool in bepaalde regio’s onderstreept de noodzaak van versnelde en rechtvaardige mondiale actie om de gevolgen van de klimaatverandering te verzachten.







































